ARTI

Tien jaar oud was ze toen Arti liefdevol werd opgenomen in het Apanjan-complex in Govindapur. Het project kon eigenlijk officieel alleen jongens een plek geven, een scheiding van geslacht bij kinderopvang was streng wettelijk verplicht. Een huis voor meisjes stond wel al in de planning, maar het geld daarvoor was er nog niet. Arti moest dan zolang maar wonen bij een verzorgster in de kamer en dat was gelukkig geen probleem. Haar komst betekende echter het startschot: in Engeland werd door een anonieme donor meteen het bedrag gedoneerd om een aanpalend stuk land te kopen, in Nederland bood een familie aan om alle kosten te dragen voor de bouw en inrichting van een meisjeshuis. Er werd dus letterlijk een heel nieuw huis om Arti heen gebouwd. Omdat Arti doofstom was werd er ook besloten dat het tijd was om een docent gebarentaal aan te stellen; alle verzorgers en docenten deden mee aan de lessen, waar sindsdien talloze leerlingen van het Apanjan dagcentrum baat bij hebben gehad. En zo kon het meisje dan eindelijk haar verhaal vertellen:

In de stroom van eindeloze plattelandsmigranten was ze in de buurt van het beruchte Sealdah Station haar familie kwijtgeraakt. Wanhopig op zoek overleefde ze in de straten van Noord- Calcutta met een groep andere straatkinderen. 

Op een avond werd Arti benaderd door een politieagent die het goed met haar voor leek te hebben. Hij had al snel door dat ze niet kon praten en gebood haar om hem te volgen. Ze hoopte misschien wel dat hij wilde helpen om haar ouders te vinden; een doofstom meisje van tien dat zo’n inschatting moest maken. Plotseling sleurde de man haar mee naar een donkere steeg. Daar werd zij door hem gewelddadig verkracht en hij takelde haar zo toe dat ze het bewustzijn verloor. Als hoopje ellende werd ze gevonden door voorbijgangers. OFFER, de buurtorganisatie voor straatkinderen, werd meteen gewaarschuwd en die namen Arti mee naar een ziekenhuis.

Na onderzoek en behandeling moest het meisje ergens worden ondergebracht, op een veilige plaats en dat werd dus Apanjan.

Daar in Govindapur leerde Arti heel geleidelijk om mensen weer te vertrouwen; een warm en beschermd nest, met een snel groeiende groep meisjes in haar nieuwe huis, waar ze graag de rol op zich nam van oudste zus. Uiteraard was ze innerlijk diep beschadigd door wat ze allemaal had doorgemaakt, maar toch was er al vrij gauw uiterlijk niets meer aan haar te merken. Intelligent, altijd opgewekt en behulpzaam werd ze onmisbaar binnen de Apanjan-familie en na een jaar of twee konden we voorzichtig vaststellen dat ze dankzij alle begeleiding, therapie en geborgenheid echt helemaal opnieuw begonnen was aan de rest van haar leven.